November 2006. Eigenlijk weet ik van te voren niet wat ik moest verwachten. We zien wel , denk ik voor de reis begint. Als het tegenvalt, heb ik waarschijnlijk in ieder geval een paar olifanten gezien, en dat is ook wat waard.
naar Johannesburg in Zuid-Afrika en vervolgens vlieg je met een klein lijntoestel naar Maun, in het noorden van Botswana. Dan neem je met hooguit twee of drie personen plaats in een piepklein vliegtuigje, dat met veel moeite opstijgt tot maximaal zo’n honderd meter hoogte.
de glinsterende zinken dagen van de huisjes in Maun en dan vlieg je de Okavango Delta in: geen autowegen, geen auto’s, geen gebouwen, hier is niets meer dat aan mensen of mensenhanden doet denken. Wel zie je vanuit vliegtuig al snel giraffes en olifanten.
tussen de bomen en wordt verwelkomd door een aantal vrouwen en mannen met stralende glimlachen. Met een Mikoro, een bootje dat wordt voortbewogen door een gids met één houten peddel, word je door een van de ontelbare stroompjes naar het basiskamp vervoerd.
niet je handen in het water steken, er zijn hier namelijk krokodillen. En dat dit het aller zuiverste water is dat je je kunt indenken en dat je het dus gewoon kunt drinken. Wat? Water drinken? Midden in Afrika? Gewoon uit de sloot? Jazeker, vele liters per dag, vijf warme dagen lang.
mag achterlaten, zijn je voetstappen. Verder niets. In die delta kun je zelf niet overleven, je moet dus volledig vertrouwen op de gidsen en je zult je vijf dagen lang volledig aan hen moeten overgeven.
We zitten niet comfortabel in een auto, hebben ook geen wapens bij ons om ons te beschermen en zullen naast de krokodillen slapen en ’s nachts de nijlpaarden langs onze tent horen lopen.
ze zien aan een afgebroken grassprietje welk dier hoe lang geleden voorbij is gekomen en zien tegelijkertijd ook de leeuw op één kilometer afstand. Je bent met tien financieel dienstverleners.
want het zijn bijzondere en creatieve mensen, maar het zijn nou ook niet bepaald figuren die in hun dagelijkse leven graag leeuwen temmen, bungy jumpen of met een parachute uit een vliegtuig springen, liefst in een oorlogsgebied.
groepen en gaan op pad. We wandelen door de oerwildernis. Het is warm. We zien zebra’s, wildebeesten, gnoes die ons van een afstandje observeren. Rare beesten die tweevoeters.
steeds voortdurend voor wat het ons liet zien en of het nu een eekhoorn of een leeuw is, maakt niet uit. Hij zegt: “Iedereen krijgt de dieren te zien die hij nodig heeft.”
een kampvuur en vertellen onze levensgeschiedenissen. En bij ieder levensverhaal laat een ander beest zich horen. Alsof een dier uit de wildernis zich identificeert met het levensverhaal dat wordt verteld.
de kracht van de natuur van binnen te voelen en openbaren zich ook aan onze groep alle wilde dieren die we maar bedenken konden. Olifanten, giraffes, buffels, apen. Kun je je het voorstellen? Op misschien wel 200 meter afstand ziet een olifant ons: langzaam maar zeker komt hij op ons af om te zien wat of wie dat nu weer zijn.
het goed is en zegt ga zitten, blijf zitten, verroer je niet, maak geen geluid. De olifant komt dichter- en dichterbij tot hij op tien meter van ons vandaan halt houdt en ons strak aan blijft kijken. Minuten lang. Dan schudt het zijn enorme kop heen en weer en hobbelt verder. We zijn goed bevonden.
zie je en voel je dat alles hier in dienst staat van elkaar, dat er geen overtolligheid bestaat.
verlaten en naar een nieuwe termietenheuvel gaan, maken ze grote gaten in de heuvel, zodat hun woning bewoond kan worden door slangen en reptielen.
met elkaar kunnen communiceren tot over een afstand van 300 kilometer? En dat ze huilen als een olifant sterft? En ieder jaar terugkeren naar de plek waar de olifant is gestorven om hem of haar te herdenken?
de blaadjes van een bepaalde boomsoort heel erg lekker vinden. En dat die boom, zodra zijn bladeren worden geplukt, de smaak van die bladeren laat veranderen zodat de giraffes ophouden met eten.
aan de andere bomen in de omgeving doorgeven, zodat er in de wijde omgeving geen giraffe meer van hun bladeren eet? En weet je dat mieren, zodra ze nattigheid voelen en ze individueel dreigen te verdrinken, elkaar juist opzoeken, elkaar vastpakken en zo een bootje maken, de vetste mieren in het midden, en dat de buitenste mieren gaan peddelen?
meer van de kracht van die natuur voelen, waarin iedereen er toe doet, waar niets verloren gaat en iedereen bijdraagt aan het geheel?